De geest van een schimmelplant redt een indiaans meisje
Twee meisjes bleven omdat ze dat zelf wilden alleen in een hut achter, terwijl de ouders een drinkgelag bijwoonden. De ouders hadden er bij de dochters op aangedrongen dat ze mee zouden gaan, maar deze hadden er geen zin in. Tegen zonsondergang daalde nu een Joroka van een nabij staande kankantrie: hij had pijl en boog, waarmee hij een papegaai schoot. Hij bracht de vogel aan de beide meisjes en vroeg hun om het dier te koken. Omdat ze niet wisten, dat de bezoeker een bosgeest was voldeden ze maar al te gretig aan zijn verzoek. Toen ze gezamenlijk de vogel hadden verorberd, verdween hij met een zwaai in de hangmat, die hij had opgehangen. Joroka vroeg het jongste meisje om hem gezelschap te komen houden, maar die voelde er niets voor en ze zond haar oudere zuster in haar plaats.
Na een tijdje hoorde de jongste een vreemd geluid en daarbij huilen, dat uit de hangmat van de bezoeker kwam. Het geluid werd steeds erger, en nadat ze het vuur wat opgestookt had vermande ze zich. Ze ging naar de hangmat toe, en daaruit zag ze tot haar grote schrik bloed druppelen. Nog erger schrok ze, toen ze haar zuster dood in de hangmat zag liggen. De bezoeker zelf was verdwenen, maar aan bepaalde kentekenen begreep ze, tot welke stam de bezoeker behoorde. Om aan een dergelijk lot te ontkomen, haastte ze zich nu naar buiten en liep ze naar het maïsveld, dat haar eigendom was. Het veld was door de schimmel geheel aangetast en verrot; in dit veld verborg ze zich. Om zich nog beter te beveiligen, waarschuwde ze de geest van de schimmelplant; ze zei dat ze hem nooit meer koren zou geven, als Joroka haar hier mocht vinden en haar mocht pakken.
In de vroege ochtend verscheen Joroka en vroeg aan de Geest van de Schimmel of hij toevallig een meisje had gezien, maar deze gaf geen antwoord, omdat hij druk bezig was maïs te eten. Joroka ging toen aan het zoeken, overal tussendoor kruipend, maar toen hij haar met het aanbreken van de dag nog niet had gevonden moest hij wel naar zijn verblijf in de kankantrie terugkeren.
Het arme meisje had de hele nacht tussen het maïs rondgekropen, en pas toen de zon hoog aan de hemel stond durfde ze eruit op te staan. Ze zocht nu haastig het pad op, dat naar haar hut leidde en ontmoette er haar ouders, die net van het drinkgelag terugkeerden. Zodra ze hen zag, begon ze te huilen en te schreeuwen.
"Wat is er aan de hand?" vroeg haar moeder.
"De Komaka-Joroka heeft mijn arme zuster gedood," antwoordde ze.
"Zie je nu wel," klaagde de moeder, "jullie hadden met ons mee moeten gaan, in plaats van alleen achter te blijven."
Zodra ze allemaal in de hut waren teruggekeerd, was het lichaam van de gedode zuster verdwenen. Zo snel als ze konden deden ze alle pepers die ze bijeen konden rapen in manden om daarmee naar de kankantrie te gaan, die de dochter als het verblijf van Joroka had aangewezen.
Een groot vuur werd nu om de boom aangelegd, en daarin peper gestrooid. Er moest wel een grote Joroka-familie in die kankantrie wonen, want toen de prikkelende rook in de boom omhoog steeg, kwamen er veel kleine brulapen naar beneden, waarmee het vuur korte metten maakte. Nog meer pepers werden nu in het vuur geworpen, en een heleboel veel grotere brulapen kwamen naar beneden en ondergingen hetzelfde lot.
De ouders wierpen nu de rest van de pepers in het vuur en daar kwam Joroka zelf, die de oudste dochter had gedood, naar beneden. Terwijl de vader hem toeriep: "Ik dood je, om mij te wreken op de dood van mijn dochter," brachten ze hem met hun allen om. Het lichaam van Joroka werd nu geopend, en ze vonden er vrouwenvlees in.
Van die tijd af heeft de jongste dochter altijd haar ouders gehoorzaamd.
* * *
Samenvatting
Een sprookje van de Surinaamse indianen over een bosgeest. Twee meisjes blijven alleen thuis. Een Joroka brengt een bezoekje aan de twee meisjes. De oudste zuster houdt de Joroka gezelschap in zijn hangmat, maar ze sterft. Het jongere meisje gaat naar hun maïsveld om zich te verstoppen. De Joroka vindt haar niet, doordat de schimmel haar helpt met verstoppen. De ouders nemen wraak door pepers te gebruiken.
Toelichting
Joroka is de naam van een bosgeest. Hij wordt voorgesteld als sterk behaard en leeft onder de grond. Een Joroka kan zowel een man als een vrouw zijn. Een Joroka komt op een gegeven teken te voorschijn.
Kankantrie is een verbastering van cotton-tree, een zeer grote, majestueuze boom, ook zijde-katoenboom genoemd. Bij de indianen is het een verblijfplaats van verschillende boze geesten.
Dit is een waarschuwingssprookje: wees gehoorzaam. In de indiaanse vertelcultuur vinden we meer van dit soort moraliserende verhalen. Zie: Ontvoerd door een kikker.
Trefwoorden
Basisinformatie
- Herkomst: Suriname
- Verhaalsoort: volkssprookje, indianenverhaal, sprookje
- Leeftijd: vanaf 8 jaar
- Verteltijd: ca. 5 minuten
Thema
Populair
Verder lezen