donderdag 21 november 2024

Volksverhalen Almanak


De geelgekuifde kaketoe en de witte gomboom


In de ochtend van de wereld zat de geelgekuifde kaketoe in de witte gomboom en spreidde haar staartveren. Onder de tak waar ze op zat, zat de eerste man uit te rusten, moe van het lopen. De geelgekuifde kaketoe uitte een schrille, spottende lach. "Moet je dat nu zien! Jij hinkt en kruipt en strompelt over de aarde en ik? Ik vlieg! Daar zit je nu, in je doornige, door de zon gebarsten woestijn, met alleen de mieren als gezelschap en niets anders te eten dan het binnenste van een cactus, en ik? Ik zit te zingen in deze witte gomboom."
De eerste man, met zijn kroezige haar, hield zijn hand boven zijn ogen tegen de zon en keek omhoog naar de boom. "We wonen waar de Schepper ons neergezet heeft," antwoordde hij eenvoudig. "Zoet smaakt het binnenste van de cactus, en zoet is het leven, ook al gaf hij jou de witte gomboom om in te zitten."
Een beetje hoger, in de hemel boven de witte gomboom, zat de Schepper. Hij zat te ordenen, te scheppen en te peinzen over wat er nog meer geschapen moest worden. De Dood had hij al uitgevonden, die lag in de palm van zijn linkerhand, hoewel hij de eerste man of de eerste vrouw nog niet over zijn uitvinding verteld had. Het werd tijd dat hij dat deed.
Dus, zodra de geelgekuifde kaketoe naar een waterpoel vloog om te drinken, zei de Schepper tot de eerste man: "Het is nooit mijn bedoeling geweest dat dit leven van jou eeuwig zou duren. Kijk, in mijn linkerhand heb ik een geschenk voor je. Neem het aan. Het is altijd voor jou bestemd geweest."
De geelgekuifde kaketoe bleef bij de waterpoel om te drinken en zich op te knappen, tot de hitte uit de dag wegebde. Terwijl de kleur van de hemel veranderde in inkt, vloog ze terug om in de witte gomboom te gaan zitten.
Tenminste, ze vloog naar de plek waar de witte gomboom die morgen nog gestaan had. Maar op die plek vond ze nu geen gespreide takken, geen eerste man, niets en niemand in feite, hoewel ze in het donker de eerste vrouw en de eerste kinderen kon horen huilen, jammeren en wenen. Op en neer vloog ze, op en neer, terwijl ze zocht naar haar prachtige witte gomboom, maar die was nergens te vinden. Al gauw zat er voor de geelgekuifde kaketoe niets anders op dan op de grond neer te strijken en haar staartveren door het rode woestijnstof te laten slepen.
Toen keek ze op en zag wat de Schepper gedaan had. Daar, aan de donkere hemel, daar was een zilveren sterrenbeeld bijgekomen: haar prachtige witte gomboom. De bladeren waren sterren en aan zijn wortels hingen nog kluiten zachte zwarte aarde. En tussen de takken zat de eerste dode man met opgetrokken knieën tevreden toe te kijken; vanaf zijn uitkijkplaats tussen de sterren keek hij naar de eilanden, de ijskappen, de rusteloze oceanen en de verschuivende zandwoestijnen van de wereld.
Met een schreeuw van woede en jaloezie sloeg de geelgekuifde kaketoe haar vleugels uit, de lucht in, klapwiekte om hoogte te winnen en rekte haar nek uit om de witte gomboom te bereiken. Hoger en hoger vloog ze, met de bedoeling haar rivaal van zijn benijdenswaardige plekje te laten tuimelen. Maar hoe ze ook vloog, en vloog, en ook al vliegt ze nog steeds - ook al steeg ze zo hoog dat haar veren sterren werden en haar lichaam een sterrenbeeld - toch heeft ze haar doel nooit bereikt. En nu, als ze voor zich uit tuurt naar de mooie, witte gomboom, kan ze zien dat zijn takken zijn bevolkt met geesten, met gelukkige, glimlachende, kroesharige geesten - onze voorouders - die zitten te praten en te lachen en de wacht houden over de kinderen die ze achterlieten tussen de cactussen.
*   *   *
Samenvatting
Een aboriginal-verhaal over de zuidelijke sterrenhemel. In het begin der tijden zit een ijdele kaketoe in een gomboom de eerste mens te bespotten. Die kan namelijk niet vliegen en de kaketoe wel! De schepper brengt echter de dood onder de mensen en de zielen van de overledenen komen aan de sterrenhemel in een nieuw sterrenbeeld: laat dat nou net de witte gomboom zijn waar de kaketoe in zat.
Toelichting
Als sterrenbeeld van het zuidelijk halfrond wordt de witte gomboom door Australische Aboriginals beschouwd als de verblijfplaats van de geesten van hun gestorven voorouders. Voor deze mensen, die zo in harmonie met hun omgeving leven, is de nachthemel gewoon een voortzetting van de Australische wildernis. Het Zuiderkruis, de meest herkenbare van de zuidelijke sterrenbeelden, staat bij de Aboriginals bekend als het Adelaarsnest.
Trefwoorden
Basisinformatie
Bron
"Sterrenverhalen uit alle windstreken" naverteld door Geraldine McCaughrean. Uitgeverij Christofoor, Zeist, 1998. ISBN: 90-6238-626-1
Populair
Verder lezen