dinsdag 3 december 2024

Volksverhalen Almanak


De geduldige vrouw


Er was eens een koning die zeer geliefd was bij zijn onderdanen. Vele jaren lang maakten zij zich zorgen omdat hij maar niet kon besluiten te trouwen en zodoende het koninkrijk zonder erfgenaam bleef. Zijn onderdanen vroegen hem vaak of hij niet een koningin wilde nemen zodat zij hun koningshuis konden behouden. Uiteindelijk zei hij dat hij aan hun wens gehoor zou geven en een vrouw zou zoeken; maar hij wilde zelf kiezen en ze moesten beloven en zweren dat ze zijn vrouw en koningin zouden hoogachten en eren, of het nu een meisje van lage stand, of iemand van hoge adel zou zijn. Toen beloofden zij hem allemaal dat ze haar zouden vereren en beminnen ook als ze van geringe afkomst zou zijn.
De koning had een poortwachter die maar één dochter had. Haar moeder was gestorven en zij leefde bij haar vader, deed de huishouding voor hem en was zijn troost en geluk. Op een dag kwam men de poortwachter vertellen dat de koning uit wilde rijden en misschien ook bij hem op bezoek zou komen, zodat hij alles piekfijn in orde moest maken. Toen de dochter dat hoorde, vroeg ze haar vader of ze niet naar buiten mocht om het koninklijke rijtuig te zien; ze kon immers, om een excuus te hebben, een emmer water gaan putten.
Toen de koning kwam, liet hij buiten halt houden, net toen zij met de wateremmer aan kwam lopen. Hij ging binnen bij de oude poortwachter en zei dat hij met zijn dochter wilde trouwen. Daar wilde de poortwachter niets van weten; hij zei dat dit het ergste was wat de koning maar kon wensen en dat hij niet gelukkig zou worden en zij ook niet. Hij vroeg de koning vriendelijk of hij niet op zijn besluit terug wilde komen; maar de koning wilde niet. Hij had kleren voor haar meegebracht, die ze aan moest trekken; ze werd gewassen met het water dat ze had gehaald en daarna werd ze in de prachtige kleren gestoken en reed met de koning naar het kasteel terug.
Toen ze met de koning op het kasteel was aangekomen, vertelde hij haar, dat zij zijn rechtmatige vrouw zou worden; ze moest hem echter beloven dat ze nooit zou huilen en nooit boos zou worden, wat er ook voor onaangename dingen zouden gebeuren; en zij beloofde het hem.
Daarna werd er bruiloft gevierd en een jaar verging. Toen baarde zij een zoon. En toen de onderdanen dat hoorden waren ze buiten zichzelf van vreugde en stroomden naar het kasteel om met roepen en schreeuwen hun vreugde te betuigen. De koning kwam bij de koningin binnen en zei tegen haar: "Ik moet je wat vertellen: het volk is woedend en wil niet hebben dat jouw kleine zoon het rijk erft, omdat hij van zo geringe afkomst is; ze willen dat hij gedood wordt." Daarop zei de koningin: "Nu kun je zien, dat het waar is wat mijn vader en ik hebben gezegd; maar nu is er niets meer aan te veranderen." Toen kwam er een dienaar de kamer in en wilde haar het kind afnemen. Ze was alleen en smeekte hem het kind zo gauw mogelijk te doden; er was aan haar niet te zien dat ze bedroefd was, want ze had immers beloofd altijd een vrolijk gezicht te laten zien.
Het volgende jaar baarde zij een dochter en ze hoopte dat ze die zou mogen houden. De onderdanen waren met de prinses net zo blij als ze met de prins waren geweest. Maar de koning stapte bij haar binnen en zei dat het volk verlangd had, dat ook dit kind gedood werd. En net als de eerste keer kwam er een dienaar naar haar toe om het kind te halen. Ze zei: "Het moet nu eenmaal," en vroeg hem alleen maar het kind zo gauw mogelijk te doden.
Daarna leefde ze veertien jaar als koningin. Op een dag kwam de koning naar haar toe en zei, dat het volk van hem verlangde dat hij een andere koningin van adellijke afkomst moest nemen, zodat hij een erfgenaam van edele afstamming zou hebben; het paste het volk niet dat iemand van zulke lage afkomst koningin was. Ze moest teruggaan naar haar vader. Toen zei ze tegen de koning, dat ze dit al lang had verwacht; want als hij haar kinderen niet in leven had willen laten, dan zou hij haar zeker ook niet willen houden; ze wilde graag terugkeren naar het huis van haar vader.
Dus ging ze terug naar het huis van haar vader, de oude poortwachter en hij was blij dat hij haar weer terug had. Ze vierden feest omdat ze weer bij elkaar waren. Haar spinnewiel stond er nog steeds met hetzelfde vlas erop en ze ging zitten en spon de draad verder.
Op een dag, toen ze daar zat te spinnen, liet de koning haar zeggen dat ze naar het kasteel moest komen en uitzoeken welke gerechten voor zijn bruiloftsmaal moesten worden klaargemaakt. Ze deed het niet graag, maar ze moest. Ze ging naar het kasteel en gaf aanwijzingen; al haar bevelen werden uitgevoerd.
Op de dag van de bruiloft stuurde de koning haar een nieuw gewaad en liet haar op het kasteel ontbieden, zodat ze bij de bruiloft aanwezig zou zijn; ook toen moest ze gehoorzamen, ook al wilde ze liever niet. Ze kleedde zich aan en ging naar het kasteel waar zij aan de linkerkant van de koning moest staan. Aan zijn rechterkant stond een mooie jonkvrouw die zij voor zijn bruid aanzag. Toen de koning de bruid zijn hand moest geven, reikte hij hem in plaats daarvan aan haar en opnieuw werden zij in de echt verbonden; hij zei haar, dat de jonkvrouw die zij had aangezien voor zijn bruid, haar dochter was. Toen kwam ook haar zoon binnen en ze vernam dat dit haar kinderen waren, waarvan ze had geloofd dat ze dood waren.
Ze had nu vele lange jaren haar leed in stilte gedragen en haar woord gehouden; ze had zich niet bij de koning beklaagd en alles voor zichzelf gehouden. Dat wist ook de koning, want hij kende haar veel te goed om niet te weten dat ze erg had geleden onder haar lot. En omdat ze nooit iets van haar smart had laten merken, aanbad hij haar en nu beleefde ze evenveel vreugde als ze vroeger verdriet had gehad. Ze leefde nog vele jaren gelukkig met de koning en werd door heel het volk bemind en geëerd - zij en ook de koning.
*   *   *
Samenvatting
Een Deens sprookje over een koningin die op de proef wordt gesteld. De koning van een land moet trouwen om voor het voortbestaan van het koningshuis te zorgen. Hij kiest de dochter van een poortwachter uit, maar zij moet hem beloven altijd te lachen en nooit te huilen. De koning neemt haar echter de kinderen die ze hem schenkt af en stuurt haar na 14 jaar huwelijk terug naar huis. Toch laat ze haar verdriet nooit zien.
Trefwoorden
Basisinformatie
Populair
Verder lezen