De Bremer stadsmuzikanten
In tijden dat trouw nog vanzelfsprekend was leefde er eens een man met een ezel. Jarenlang had het dier de zakken onverdroten naar de molen gedragen, maar zijn krachten verminderden en hij werd ongeschikt voor 't zware werk. Toen bedacht zijn meester hoe 't hem minder duur in de kost zou worden, maar de ezel merkte dat de wind uit de verkeerde hoek woei, hij liep weg en ging naar Bremen; daar dacht hij, kon hij wel stadsmuzikant worden.

Het duurde niet lang of daar zat een kat op de weg, met een gezicht als drie dagen slecht weer. "Nu, wat zit jou dwars, arme snorrenbaard?" sprak de ezel. "Wie kan nu schik hebben, als 't om je hals gaat," antwoordde de kat, "omdat ik nu op jaren kom en mijn tanden stomp worden en ik liever bij de kachel zit te spinnen, dan rond te jagen naar muizen, heeft de vrouw me willen verdrinken. Nu ben ik weggelopen, maar goede raad is duur: waar moet ik heen?" - "Ga jij met ons mee naar Bremen, je bent toch een goeie nachtmuzikant, daar kan je stadsmuzikant worden." Dat vond de kat best en ze liep mee.

Maar in één dag konden ze niet naar Bremen komen, 's Avonds bereikten ze een bos, waar ze wilden overnachten. De ezel en de hond gingen liggen aan de voet van een grote boom, de kat ging in de takken, maar de haan vloog in de top, want dat vond hij het veiligst. Vóór hij insliep, keek hij nog éénmaal alle vier de windstreken na, en toen meende hij dat hij heel in de verte een lichtje zag branden. Hij riep zijn kameraden toe, dat er niet ver vandaar een huisje moest zijn, want hij zag licht. De ezel sprak: "Dan moeten we daar nog maar heengaan, want dit is geen beste herberg." De hond zei: "en stuk vlees en wat been zou mij ook goeddoen." Dus togen ze alle vier in de richting waar het licht vandaan kwam, en het werd helderder, en groter, en eindelijk stonden ze voor een groot rovershuis. De ezel, de grootste, ging naar 't raam en keek naar binnen. "Wat zie je, Grauwtje?" vroeg de haan. "Wat ik zie?" zei de ezel, "een gedekte tafel zie ik met heerlijk eten en drinken, en er zitten rovers aan en ze smullen." - "Dat zou wat voor ons zijn," zei de haan. "Ja ja, waren we er maar," zei de ezel.

Toen de vier muzikanten klaar waren, deden ze de lichten uit en zochten ieder een geschikte slaapplaats. De ezel ging op de mest liggen, de hond achter de deur, de kat in de haard op de warme as, en de haan op de hanenbalken; ze waren heel moe van hun lange tocht en sliepen dadelijk in.
* * *
Samenvatting
Een sprookje van Grimm over vier samenwerkende dieren. Vier dieren, verstoten door de mensen, zorgen door samenwerking voor hun oude dag.
Toelichting
Naar twee vertellingen uit de streek van Paderborn. De verteltrant van dit sprookje is uniek. In Zwehern werd een verhaal verteld waarin de rovers niet bang werden, maar de muziek zo mooi vonden dat de dieren mochten blijven.
In andere versies zijn de rovers geen mensen, maar wilde dieren. De dieren, geestig beschreven, vertegenwoordigen op eigen manier iets, waardoor ze samen sterker zijn dan de sterkste rover. (Bijv.: De kat op pelgrimstocht)
Dat dit reeds een oud verhaal is, blijkt daaruit, dat wij het reeds aantreffen in een "Meisterlied" van Hans Sachs en in de "Froschmeuseler" van Rollenhagen. Tot in alle hoeken van Europa is dit verhaal doorgedrongen; soortgelijke vertelsels worden trouwens in Afrika en Azië eveneens gevonden. Het kan hier heen echter uit Europa gekomen zijn, waar wij het in de Middeleeuwen reeds in het dierenepos aantreffen. Een Nederlandse versie van de Bremer stadsmuzikanten is: De dieren in het rovershuis.
Dit is ook een Efteling sprookje: een sprookje of verhaal dat wordt uitgebeeld in het Attractiepark De Efteling in Kaatsheuvel. Sommige sprookjes zijn uitgebeeld in het sprookjesbos, andere zoals Langnek (De zes dienaren) en Tafeltje-dek-je ezeltje-strek-je hebben elders in het park een plek in een wat bescheidener vorm. De tekst van de sprookjes / verhalen op de Wereld Volksverhalen Almanak zijn de oorspronkelijke teksten. In de Efteling en in diverse tekst- en audioweergaves van de Efteling wordt vaak gebruik gemaakt van beknoptere versies van het desbetreffende verhaal.
Trefwoorden
eftelingsprookje, uitbuiting, samenwerken, hond, volkssprookje, rover, vriendschap, haan, duitsland, kat, samenwerking, dieren, pratende dieren, het lot in eigen hand nemen, verzet, gebroeders grimm, ezel, samen sta je sterk, dierensprookje
Basisinformatie
- Origineel: Die Bremer Stadtmusikanten
- Herkomst: Duitsland
- Engels: The bremen town musicians
- Verhaalsoort: volkssprookje, dierensprookje, eftelingsprookje, sprookje
- Leeftijd: vanaf 5 jaar
- Verteltijd: ca. 6 minuten
Thema
Populair
Verder lezen