De begraven Maan
Avond aan avond bescheen Maan de aarde en vond haar prachtig. Zomer en winter wierp ze haar zachte licht over land en zee, over velden en hagen en over de boerderijen met de rokende schoorstenen. Dieren liepen stilletjes door de wei in haar licht en mensen gingen 's avonds op hun gemak naar huis, helemaal niet bang.
Maar als wolken haar gezicht bedekten en Maan niet naar beneden kon kijken vroeg ze zich af wat er dan gebeurde op aarde. Op een avond wikkelde ze zich in een mantel van de donkerste nacht en bedekte met de kap haar lichtblonde haar dat straalde als de sterren. Een manestraal schoot van haar zilverachtige voeten. En langs deze straal wandelde Maan van de hemel naar de aarde. Ze keek om zich heen. Waar waren de hagen en de kabbelende beekjes? Waar waren de boerderijen en de dieren in de wei? Niet hier. Ze was op een kwade plek beland: in het moeras. Als een slechte huisvrouw veegt Aarde al haar rommel weg in donkere hoeken en onder stenen - boemannen en vogelverschrikkers, geesten, kwelduiveltjes en dwaallichtjes en vormeloze dingen waar geen mens een naam voor weet te bedenken. Eerst rook Maan hen. Het was de koude vochtige lucht van rotting. Toen hoorde ze hen: het gefluister, gekreun en gegil in de nacht.
Toen kropen en slopen de glibberige, slijmerige dingen uit het moeras en kwamen achter haar aan. En voordat ze ervandoor kon gaan greep iets haar bij haar voet en liet haar niet meer los. Ze schreeuwde - en hoorde iemand terugschreeuwen! Een reiziger die verdwaald was in het moeras kwam naar haar toe, door plassen met een dikke laag slik erop en over smalle paden waar hij tot zijn enkels in wegzakte. Niet hierheen! Hier raakte je alleen maar dieper in het moeras. Maan gooide haar kap naar achter, zodat de reiziger wat licht kreeg en alle kruipende griezels teruggleden in hun holen. Ze had de reiziger kunnen roepen en vragen of hij haar gevangen voet wilde bevrijden, maar dat kwam pas bij haar op toen hij weg was. Dus probeerde ze zich los te rukken uit de wortels waarin ze verward was geraakt, tot de kap weer over haar gezicht viel.
In het donker verzamelden de glibberige, slijmerige dingen opnieuw moed en kropen weer uit hun holen, boos op Maan die het plezier had bedorven dat ze met de reiziger hadden willen hebben voordat ze hem de dood in sleurden.
Ze knepen haar en sloegen haar. Ze legden een grote steen op haar zodat ze niet kon ontsnappen, en zetten een dode boom bij haar hoofd als bewaker. Ze plaagden en sarden haar tot het licht werd en de eerste stralen van Zon hen terugjoeg naar hun holen.
Daar lag Maan, avond na avond, terwijl de mensen verbaasd naar de lucht keken. De hemel was helder en met sterren bezaaid. Waar was Maan? Een groep mannen ging naar een wijze vrouw die aan de rand van het moeras woonde en een van hen vroeg: "Waar is Maan gebleven? Hoe kunnen we haar terughalen?"
"Vraag het mij niet," zei de wijze vrouw. "Dit is nooit eerder gebeurd, dus ik weet niet hoe het weer goed moet komen."
De mannen gingen weg en vroegen zich af wat ze nu konden doen.
Dat duurde dagen, tot ze hoorden van een reiziger die zo diep in het moeras verdwaald was dat hij alleen nog verwachtte er de dood te vinden, maar die gered was door een helder licht dat over het water scheen. Dat vertelden ze aan de wijze vrouw en die zei: "Dat is toch duidelijk? Maan zit ergens gevangen in het moeras. Maar bij daglicht zul je haar nooit vinden."
Wat nu! Moesten ze 's nachts naar het moeras gaan waar de kruipende griezels op de loer lagen, je probeerden te grijpen, zich aan je vastklemden en tapijten van dik mos neerlegden die veranderden in een veenmoeras en je naar beneden zogen op het moment dat je er ook maar één voet op zette?
"Jullie zijn redelijk veilig als je drie dingen doet," zei de wijze vrouw. "Ten eerste moet je allemaal een hazelaarstak in je hand dragen. Ten tweede moeten jullie een steentje in je mond hebben en absoluut geen woord zeggen tot jullie haar gevonden hebben. Ten derde moeten jullie niet links of rechts kijken of achter je, maar doorlopen tot je komt bij een kruis, een doodskist en een kaars."
"En dan?"
"Dan weet je wat je moet doen."
Zodra het donker was vertrokken ze, elke man met een hazelaarstak in zijn hand en een steentje in zijn mond. Het moeilijkste was nooit om te kijken, of links of rechts, terwijl ze wisten dat de glibberige, slijmerige nachtwezens op de loer lagen en wachtten...
De mannen liepen diep het moeras in tot ze bij een dode boom kwamen die zijn takken gespreid hield in de vorm van een kruis. Aan de voet scheen een vaag licht, als kaarslicht, van onder een zware steen die de vorm had van een doodskist.
Hier moest het zijn!
Samen schoven ze de steen heen en weer en tilden hem iets omhoog totdat het kaarslicht helderder werd en bijna evenveel licht verspreidde als een lamp. Ze tilden de steen verder op totdat het licht leek op het licht van de zon diep in het woud. Toen kantelde de steen tenslotte en ze werden bijna verblind door het heldere licht van Maan die de lucht in sprong.
Maan was nog een beetje bang. Ze liet niet haar hele gezicht zien, maar gluurde om de rand van haar kap heen. Morgen zou ze zich wat moediger voelen.
De dag daarna nog moediger.
De mannen bogen voor de nieuwe Maan. Wie munten in zijn zak had haalde ze eruit, draaide ze om en stopte ze terug. Toen draaiden ze allemaal drie keer in het rond (want dat kon je veilig doen nu de nachtwezens waren teruggekropen in hun holen) en iedereen deed een wens. Niet één van hen sprak die hardop uit, maar het is bijna zeker dat ze allemaal dezelfde wens hadden gedaan.
En die wens kwam uit, want vanaf die dag is Maan veilig aan de hemel blijven staan en nooit meer op reis gegaan.
* * *
Samenvatting
Een Engels griezelsprookje over de nieuwe maan. Avond aan avond kijkt de maan neer op aarde en omdat ze die zo mooi vindt, besluit ze af te dalen om van dichtbij een kijkje te nemen. Ze komt echter precies in een moeras terecht waar ze gevangen wordt genomen door enge nachtwezens. De mensen missen de maan aan de hemel en gaan op zoek...
Trefwoorden
dode boom, nieuwe maan, natuursprookje, verenigd koninkrijk, verklarend verhaal, griezelverhaal, nachtwezens, manestraal, maan, volksverhaal, moeras
Basisinformatie
- Herkomst: Verenigd Koninkrijk
- Verhaalsoort: griezelverhaal, volksverhaal, natuursprookje, verklarend verhaal
- Leeftijd: vanaf 9 jaar
- Verteltijd: ca. 7 minuten
Thema
Populair
Verder lezen