De aardbei
Toen de aarde nog niet zo lang bestond, waren er maar twee mensen op de wereld, een man en een vrouw. De man ging iedere dag op jacht en zijn vrouw zorgde voor het huishouden en ze waren gelukkig. Ja, ze waren gelukkig, maar dat duurde niet lang. Nauwelijks was er een jaar voorbijgegaan, of er hing een schaduw over hun geluk en er waren nog geen twee jaren voorbij of het geluk was weg. Toen er drie jaren voorbij waren, hadden ze voortdurend ruzie, waar geen einde aan kwam.
De vrouw kreeg er grijze haren van. Ze had er verdriet van, zo'n leven beviel haar helemaal niet. Ze besloot weg te gaan. Ze ging naar het oosten, naar het land van de zon. De man kwam 's avonds thuis van de jacht en vond zijn huis verlaten. De vrouw was verdwenen. De man riep haar, maar er kwam geen antwoord. Hij zocht haar, maar zonder resultaat. Haar sporen zeiden hem dat ze naar het oosten gegaan was, naar het land van de zon.
De vrouw liep steeds verder naar het oosten. De vrouw liep door zonder te rusten en de man ging haar achterna. Hij volgde haar en riep haar naam. Hij bleef achter haar aan lopen en klaagde. Maar de vrouw hoorde hem niet. De vrouw draaide zich niet om. Ze liep door zonder dat ze moe werd en de man kon haar niet inhalen.
De zon aan de hemel zag het en kreeg medelijden met hem. De zon bleef staan en vroeg: "Man, hou jij van je vrouw?" En de man antwoordde: "Jazeker, zon!"
En de zon vroeg hem nogmaals: "Wil je haar werkelijk terughebben?"
En de man antwoordde: "Dat wil ik, zon!"
En de zon vroeg hem voor de derde maal: "Man, zul je dan geen ruzie meer met je vrouw maken?"
En de man antwoordde: "Dat zal ik niet meer doen!"
En toen zei de zon: "Goed, dan zal ik zorgen, dat ze niet verder loopt."
En toen draaide hij zich naar de aarde en op de weg, waar de vrouw liep, verschenen plotseling prachtige blauwe bosbessen. Maar de vrouw keek er niet naar en liep verder. De zon was erg verbaasd en draaide zich voor de tweede maal naar de aarde. Op de weg van de vrouw groeiden plotseling heerlijke frambozen. Maar de vrouw schonk er geen aandacht aan en liep door.
De zon schudde zijn hoofd en draaide zich voor de derde maal naar de aarde. Op de weg, waar de vrouw liep stonden plotseling heerlijke aardbeien in het gras. Het waren de eerste aardbeien op aarde. Zulke mooie vruchten had de vrouw nog nooit gezien. Ze bleef staan en bukte zich, zodat ze haar gezicht de andere kant op draaide en de weg zag, die ze al had afgelegd. Op hetzelfde ogenblik dacht ze aan haar man en wilde ze niet verder doorlopen. Ze ging in het gras zitten en wachtte. Ze wachtte op haar man en hoe langer het duurde, des te meer verlangde ze naar hem. Ze plukte de rijpste aardbeien, stopte ze in haar schortzak en ging terug.
Toen ze halverwege was, kwam ze haar man tegen. Ze gaf hem de aardbeien en de man nam haar in zijn armen. Zo keerden de man en de vrouw terug naar hun vaderland. Door hen zijn de aardbeien op de wereld gekomen. Ze smaken zoet, zoals iedere verzoening.
* * *
Samenvatting
Een kort verhaal over de herkomst van de aardbei. In het begin zijn er maar twee mensen op de wereld, een man en een vrouw. Na drie jaar hebben ze voortdurend ruzie en de vrouw gaat weg. De man gaat haar achterna en de zon helpt hem haar terugkrijgen.
Trefwoorden
Basisinformatie
- Leeftijd: vanaf 9 jaar
- Verteltijd: ca. 4 minuten
Populair
Verder lezen