Wereld Feesten Almanak

Nieuwe maan in februari / maart. 'Losar' is het 'Tibetaanse Nieuwjaar' en de belangrijkste feestdag in Tibet. De viering van Losar bestond al in de voor-boeddhistische tijd in Tibet. Voorbereidende oefeningen met het lezen van teksten en meditatie beginnen gewoonlijk vijf dagen eerder. Ook vindt er in de huizen eerst een grote schoonmaak plaats, heeft de familie nieuwe kleren, worden ruzies bijgelegd en schulden vereffend. Er wordt als het ware een nieuw leven begonnen.

Mönlam, ook wel het Grote Gebedsfestival, wordt in het Tibetaans boeddhisme gevierd van de 4e t/m de 11e dag van de eerste maand van de Tibetaanse kalender.

De 'Dag van de Tibetaanse Opstand' is een jaarlijkse herdenkingsdag op 10 maart, waarbij Tibetaanse ballingen de opstand in Tibet van 1959 gedenken en het verlies van de eigen regering over Tibet. De volksopstand van 1959 had tot gevolg dat de veertiende dalai lama op 17 maart het land moest ontvluchten naar India en daar de Tibetaanse regering in ballingschap moest voortzetten. Op de jaarlijkse herdenkingsdag houdt de dalai lama vaak een toespraak.

Boterkaarsfestival (Chötrul Düchen / Chonga Choepa / Butter Lamp Festival) is een van de vier festivals in Tibet die het leven van Boeddha herdenken in de Tibetaans boeddhistische tradities. Jaarlijks op de 15e dag van de eerste maand van de Tibetaanse kalender.

De 'Slavenemancipatiedag' of 'Dag van de Tibetaanse Slavenemancipatie' is een herdenkingsdag op 28 maart die het parlement van China in 2009 instelde en sindsdien jaarlijks in de Volksrepubliek China (en Tibet) wordt gevierd. Volgens China maakte het Volksbevrijdingsleger op 28 maart 1959 een einde aan de 'feodale onderdrukking' en de 'religieuze dictatuur' (theocratie van de lama's) in de Tibetaanse Autonome Regio.

Het '17 puntenakkoord' is een verdrag tussen gedelegeerden van de dalai lama en de Chinese regering waarin de Chinese soevereiniteit over Tibet werd vastgelegd op 23 mei 1951.

De huidige, veertiende Dalai Lama (Tenzin Gyatso) werd geboren als Lhamo Dhöndup op 6 juli 1935. Wereldwijd wordt door Tibetaanse boeddhisten bij zijn verjaardag stilgestaan.

Zamling Chisang (letterlijk 'lokale godheden dag') is een 'universele gebedsdag', die jaarlijks op de 15e dag van de 5e maand van de Tibetaanse kalender wordt gehouden. Deze dag wordt gekenmerkt door gezang (vaak uitgevoerd op de top van een heuvel) om lokale godheden en aardse geesten te eren. Vaak gecombineerd met picknicks en feesten.

Shoton Festival / Sho Dun Festival. Het 'Yoghurtfestival' (of 'Yoghurtbanket') is een jaarlijks festival dat bij het Norbulingka-paleis in Lhasa, Tibet wordt gehouden. Tijdens het festival zijn er veel feestende groepen op straat, vinden er familiesamenkomsten plaats en is er geregeld vuurwerk.

Descending Day of Lord Buddha (Nederdalen van Boeddha). Lhabab Düchen is een van de vier festivals in de Tibetaanse cultuur die het leven van Boeddha herdenkt. Lhabab Düchen vindt plaats op de 22e dag van de 9e maand van de Tibetaanse kalender. Lhabab Düchen is een soort Boeddhistische Moederdag waarop vriendelijkheid en dankbaarheid naar moeders centraal staat.

Pelhe Düchen. Jaarlijks op de 15e dag van de 10e maand van de Tibetaanse kalender (volle maan). Pälden Lhamo is een Tibetaanse beschermgodin. Ze geldt als Dharmapala, oftewel de beschermgodin van de dharma, van de leer van Boeddha.

Ngachu Chenmo. Viering van de sterfdag (nirvana) van Tsongkhapa, jaarlijks op de 25e dag van de 10e Tibetaanse maand (meestal in december). Tsongkhapa (1357 - 1419) of Je Rinpoche, is de oprichter van de Gelug-school van het Tibetaans boeddhisme. Zijn naam betekent "de man uit de uienvallei" en zijn naam als monnik was Lobsang Drakpa. Hij werd opgeleid in de Kadampa school. De twee belangrijkste eigenschappen van de Gelug traditie zijn de eenheid van soetra en tantra en de nadruk op vinaya (morele code of discipline).