Maria Boodschap of Aankondiging van de Heer ('Annuntiationis Domini') is het hoogfeest ter herinnering van de aankondiging (annunciatie) van de geboorte van Jezus aan Maria. In de Orthodoxe Kerk en Rooms-Katholieke Kerk valt deze feestdag jaarlijks op 25 maart, dus negen maanden voor Kerstmis, de geboortedag van Christus.
Op deze dag herdenkt men dat de engel Gabriël aan Maria de boodschap bracht dat zij moeder zou worden van Jezus. Ook: Annonciatie.
In de christelijke iconografie verwijst het woord naar de voorstelling van de aartsengel Gabriël die volgens Luc. 1:26-35 Maria in haar huis te Nazareth een bezoek brengt en haar meldt dat God haar uitverkoren heeft om de moeder van zijn Zoon te worden.
Er bestaan talloze schilderijen van dit tafereel (o.a. van Leonardo da Vinci en Fra Angelico). Het thema was reeds in de oud-Christelijke kunst (catacomben) geliefd. De tekst werd aanvankelijk gevonden in de z.g. apocriefe evangeliën, in de latere middeleeuwen gebruikte men deze niet meer, doch die van Lucas.
De Germanen hadden een feest: de voorjaarsevening. Rond 21 maart werd met een gewijde ploeg de eerste voor in een akker getrokken, waarna met een godenbeeld en offerdieren een ommegang om het veld werd gemaakt. Het geheel ging gepaard met een feest. Dit feest is gekerstend als Maria Boodschap; in de volksmond "Ploegmaria".
Uit het evangelie volgens Lukas
In de zesde maand (dat de oude Elisabeth zwanger was) werd de engel Gabriël van Godswege gezonden naar een stad in Galilea, Nazareth, tot een maagd die verloofd was met een man die Jozef heette, uit het huis van David; de naam van die maagd was Maria. Hij trad bij haar binnen en sprak: "Verheug U, begenadigde, de Heer is met U." Zij schrok van dat woord en vroeg zich af wat die groet te betekenen had. Maar de engel zei tot haar: "Vrees niet Maria, want Ge hebt genade gevonden bij God. Zie, Ge zult zwanger worden en een Zoon ter wereld brengen, die Ge de naam Jezus moet geven. Hij zal groot zijn en Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David schenken en Hij zal in eeuwigheid koning zijn over het huis van Jakob en aan zijn koningschap zal nooit een einde komen." Maria echter sprak tot de engel: "Hoe zal dit geschieden, daar ik geen gemeenschap heb met een man?" Hierop gaf de engel haar ten antwoord: "De Heilige Geest zal over U komen en de kracht van de Allerhoogste zal U overschaduwen; daarom ook zal wat ter wereld wordt gebracht, heilig genoemd worden, Zoon van God. Weet dat zelfs Elisabeth, uw bloedverwante, in haar ouderdom een zoon heeft ontvangen, en ofschoon zij onvruchtbaar heette, is zij nu in haar zesde maand; want voor God is niets onmogelijk." Nu zei Maria: "Zie de dienstmaagd des Heren: mij geschiede naar Uw woord." En de engel ging van haar heen.
Zie ook:Maria Moeder van God (1 januari) Maria Lichtmis (2 februari) Maria Tenhemelopneming (15 augustus) Maria Koningin (22 augustus) Maria Geboorte (8 september) Maria Presentatie (21 november) Maria Onbevlekte Ontvangenis (8 december)
Op deze dag herdenkt men dat de engel Gabriël aan Maria de boodschap bracht dat zij moeder zou worden van Jezus. Ook: Annonciatie.
In de christelijke iconografie verwijst het woord naar de voorstelling van de aartsengel Gabriël die volgens Luc. 1:26-35 Maria in haar huis te Nazareth een bezoek brengt en haar meldt dat God haar uitverkoren heeft om de moeder van zijn Zoon te worden.
Er bestaan talloze schilderijen van dit tafereel (o.a. van Leonardo da Vinci en Fra Angelico). Het thema was reeds in de oud-Christelijke kunst (catacomben) geliefd. De tekst werd aanvankelijk gevonden in de z.g. apocriefe evangeliën, in de latere middeleeuwen gebruikte men deze niet meer, doch die van Lucas.
De Germanen hadden een feest: de voorjaarsevening. Rond 21 maart werd met een gewijde ploeg de eerste voor in een akker getrokken, waarna met een godenbeeld en offerdieren een ommegang om het veld werd gemaakt. Het geheel ging gepaard met een feest. Dit feest is gekerstend als Maria Boodschap; in de volksmond "Ploegmaria".
Uit het evangelie volgens Lukas
In de zesde maand (dat de oude Elisabeth zwanger was) werd de engel Gabriël van Godswege gezonden naar een stad in Galilea, Nazareth, tot een maagd die verloofd was met een man die Jozef heette, uit het huis van David; de naam van die maagd was Maria. Hij trad bij haar binnen en sprak: "Verheug U, begenadigde, de Heer is met U." Zij schrok van dat woord en vroeg zich af wat die groet te betekenen had. Maar de engel zei tot haar: "Vrees niet Maria, want Ge hebt genade gevonden bij God. Zie, Ge zult zwanger worden en een Zoon ter wereld brengen, die Ge de naam Jezus moet geven. Hij zal groot zijn en Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David schenken en Hij zal in eeuwigheid koning zijn over het huis van Jakob en aan zijn koningschap zal nooit een einde komen." Maria echter sprak tot de engel: "Hoe zal dit geschieden, daar ik geen gemeenschap heb met een man?" Hierop gaf de engel haar ten antwoord: "De Heilige Geest zal over U komen en de kracht van de Allerhoogste zal U overschaduwen; daarom ook zal wat ter wereld wordt gebracht, heilig genoemd worden, Zoon van God. Weet dat zelfs Elisabeth, uw bloedverwante, in haar ouderdom een zoon heeft ontvangen, en ofschoon zij onvruchtbaar heette, is zij nu in haar zesde maand; want voor God is niets onmogelijk." Nu zei Maria: "Zie de dienstmaagd des Heren: mij geschiede naar Uw woord." En de engel ging van haar heen.
Zie ook:
Verder lezen
- De engel Gabriël
- Het kind van Maria
- De kinderen van Maria
- Van een ridder die de ziel van zijn vrouw verkocht
Zie ook
Actueel
- Wereld Hallo Dag
- Eerste zondag van de Advent
- Dag van de Beaujolais Primeur
- Werelddag voor de Filosofie
- Wereld Televisie Dag
- Arandjelovdan (Orthodox Sint Michaël)
Komende feesten