De zoon van Kim-ana-u-eze en de dochter van Zon en Maan
Toen de zoon van Kim-ana-u-eze de leeftijd bereikte, waarop jongemannen plegen te trouwen, sprak zijn vader tot hem: "Heb je al een van de jonge meisjes uit het dorp uitgezocht?" - "Ik wil niet met een meisje uit het dorp trouwen." - "Dan bemin je er dus een uit een ander dorp?" - "Nee. Ik wil niet met een meisje van deze aarde trouwen." - "Maar wie moet dan je vrouw worden?" - "Ik wil de dochter van Zon en Maan tot vrouw nemen."
De vader keek zijn zoon verbaasd aan. "Je hebt altijd al meer gedroomd dan andere kinderen, maar dit is belachelijk. Niemand kan met de dochter van Zon en Maan trouwen." - "Maar ik ben het vast en zeker van plan." De vader draaide zich om en vroeg zich af, waarom hij toch met zo'n dwaze zoon gestraft was.
De zoon van Kim-ana-u-eze ging zitten en schreef een brief, waarin hij meneer Zon en mevrouw Maan om de hand van hun dochter vroeg. De brief gaf hij aan de ree en verzocht hem, hem omhoog naar de hemel te brengen. "Maar ik kan helemaal niet omhoog naar de hemel," was het antwoord. De jongeman probeerde het bij de valk. "Jij bent de meest trotse van alle vogels, jij kan vast wel naar de hemel vliegen." - "Ik kom maar tot de helft," zei de valk tegen hem, "daarna is het te ver voor mij." Van alle dieren, die de zoon van Kim-ana-u-eze erom vroeg, kreeg hij hetzelfde antwoord.
Hij wilde het al opgeven, toen de kikker zijn zorgen vernam en naar hem toekwam. Hij alleen van alle dieren wist, dat bedienden van meneer Zon en mevrouw Maan elke dag op aarde kwamen om water te halen. "Geef mij de brief," zei de kikker, "ik zal hem wel bezorgen." De zoon van Kim-ana-u-eze werd een beetje boos. "Ik ben niet in de stemming voor grapjes, kikker. Het is niet leuk, dat je naar me toe komt en me voor de gek wil houden." - "Ik houd je niet voor de gek. Geef me de brief, en hij zal degene bereiken voor wie hij bestemd is." - "Jij bent een kikker. Hoe wil jij dat doen, als zelfs de valk het niet kan, terwijl die toch de sterkste vleugels heeft?" - "Sterkte is niet alles," zei de kikker.
Dit antwoord maakte indruk op de zoon van Kim-ana-u-eze, en hij gaf de brief aan de kikker. "Maar als je probeert me te bedriegen, zal het slecht met je aflopen," waarschuwde hij hem. "Je zal het wel zien."
De kikker rende naar de bron, waaruit de bedienden van meneer Zon en mevrouw Maan water haalden. Hij ging op de bodem van de bron zitten en wachtte. Na een tijdje kwamen de dienaren. Ze lieten een kruik in de bron zakken en haalden water op. Maar ze merkten niet, dat er ook een kikker in de kruik zat.
De dienaren keerden naar het paleis van meneer Zon en mevrouw Maan in de hemel terug. Daar zetten ze de kruik in een kamer neer en liepen weg. De kikker sprong uit de kruik, keek om zich heen, ontdekte een tafel en legde daar de brief op. Vervolgens verstopte hij zich in een hoekje.
Korte tijd later kwam meneer Zon de kamer binnen en zag de brief op de tafel. Hij riep zijn dienaren en vroeg: "Waar komt deze brief vandaan?" - "Dat weten we niet," antwoordden zij. Hij opende de brief en las: "Ik, zoon van Kim-ana-u-eze, Kia Tumb'a Ndala, een aardmens, wens de dochter van meneer Zon en mevrouw Maan tot vrouw." Meneer Zon stopte de brief weg en vertelde niemand, wat erin stond. Hij begreep maar niet, hoe de brief van een aards wezen in de hemel had kunnen komen.
De kikker sprong weer in de kruik, en toen die leeg was, gingen de dienaren weer naar beneden, naar de aarde, om hem te vullen. Toen ze bij de bron aankwamen, sprong de kikker eruit en verstopte zich, totdat de dienaren weer weg waren.
Er verliepen vele dagen. De zoon van Kim-ana-u-eze hoorde niets van de kikker. Dus ging hij erop uit om hem te zoeken. Toen hij hem vond, vroeg hij: "Heb je mijn brief naar boven kunnen brengen?" - "O ja," zei de kikker, "maar ze hebben nog geen antwoord gestuurd." - "Je liegt het. Je bent helemaal niet in de hemel geweest. Ik wist het wel, dat je me zou bedriegen!" De kikker werd boos: "Heb toch vertrouwen in me. Misschien zal meneer Zon je volgende brief wel beantwoorden."
Woedend draaide de zoon van Kim-ana-u-eze zich om. Er gingen zes dagen voorbij, voordat hij besloot, het nog een keer met de kikker te proberen. Hij schreef een tweede brief, die luidde: "Ik heb u geschreven, meneer Zon en mevrouw Maan. Mijn brief werd bij u afgegeven, maar er kwam geen antwoord op. Waarom laat u mij niet weten, of u mij uw dochter tot vrouw wilt geven?" Hij overhandigde deze brief aan de kikker en sprak: "In jouw eigen belang hoop ik, dat je dit keer met een antwoord terugkomt."
De kikker ging weer naar de bron, en toen de dienaren kwamen, sprong hij weer in de kruik en werd zo omhoog naar de hemel gedragen, waar meneer Zon en mevrouw Maan woonden. In het paleis hield hij zich in de kruik verstopt tot er niemand meer in de kamer was. Toen sprong hij eruit, legde de brief op tafel en verstopte zich weer.
Spoedig kwam meneer Zon binnen en zag de brief. Hij opende hem en las. Hij riep zijn bedienden. "Brengen jullie brieven mee, als jullie water gaan halen?" - "O nee," zeiden ze. Meneer Zon wist niet, of hij hen geloven moest, maar tot dan toe hadden ze nooit de geringste aanleiding gegeven om aan hun betrouwbaarheid te twijfelen. Dus besloot hij een antwoordbrief te schrijven, die als volgt luidde: "Je mag met onze dochter trouwen, als je je eerste cadeau brengt." Hij vouwde de brief dicht en legde hem op tafel. Toen verliet hij de kamer.
De kikker sprong op de tafel, pakte de brief en verstopte zich weer in de kruik; kort daarna was hij weer beneden op aarde. Daar wachtte hij tot het avond was en toen bracht hij het antwoord aan de zoon van Kim-ana-u-eze. De jonge man was geweldig blij. Hij nam veertig goudstukken uit zijn beurs en schreef: "Ik heb het eerste cadeau gebracht. Ik wil nu in het antwoord, wat u als huwelijksgeschenk wilt hebben."
De kikker bracht de brief en het geld weer omhoog naar de hemel en legde ze in het paleis op de tafel. Meneer Zon kwam de kamer in, las de brief, beet eens op de goudstukken en was heel tevreden. Hij keek in de kamer rond, maar kon niemand ontdekken. Hij glimlachte en bewonderde de slimheid van de man, die naar zijn dochter dong. Toen riep hij mevrouw Maan en vertelde haar, wat er gebeurd was, en ook zij was heel tevreden. Ze gaf opdracht een jonge kip te koken, zodat de bruidegom iets te eten zou hebben. Toen de kamer weer leeg was, kwam de kikker uit zijn schuilplaats tevoorschijn, at de kip op en kroop weer weg in zijn hoekje.
Een paar uur later betrad meneer Zon het vertrek weer. De kip was opgegeten, maar hij had nog steeds niet gezien, wie haar opgegeten had. Hij ging aan tafel zitten en schreef weer een brief: "We hebben je geschenk ontvangen. Als huwelijksgeschenk verwachten we een zak met munten." Hij verzegelde de brief, legde hem op tafel en verliet de kamer.
Hoe de brief bij de zoon van Kim-ana-u-eze kwam, is makkelijk te raden. Het kostte de jonge man zes dagen om een hele zak met gouden munten bij elkaar te krijgen. Hij schreef een brief, waarin stond:
"Hier is het huwelijkscadeau. Spoedig zal ik u de dag laten weten, waarop ik mijn vrouw kom halen." De kikker bracht alles weer via de bekende weg omhoog naar de hemel, hoewel het ditmaal een zwaar karwei was. Meneer Zon en mevrouw Maan vonden de brief en de gouden munten. En deze keer lieten ze een heel zwijn voor de bruidegom van hun dochter braden en zetten dat in de lege kamer.
De kikker had er wel wat moeite mee, het grote gebraden zwijn op te eten. Maar tenslotte had hij het voor elkaar en reisde terug naar de aarde. Hij vertelde de zoon van Kim-ana-u-eze, wat er ditmaal gebeurd was en zei: "Nu moet je de dag noemen, waarop je je bruid wilt halen."
Twaalf dagen lang probeerde de jongeman een dier te vinden, dat naar de hemel kon reizen om de bruid af te halen. Hij kon er geen vinden. Radeloos kwam de zoon van Kim-ana-u-eze bij de kikker en klaagde zijn nood. "Laat het maar aan mij over," zei de kikker. "Je hebt veel bereikt, kikker, en ik dank je daarvoor. Maar mijn bruid kan je niet hierheen brengen. Daar ben je te klein voor." - "Sterkte is niet de enige deugd, zoon van Kim-ana-u-eze."
De kikker ging naar de bron en kwam langs de bekende weg in het paleis van de Zon en de Maan. Hij verborg zich tot de avond in een hoekje van de kamer. Toen het helemaal stil was, sloop hij naar de kamer, waar de dochter van de Zon en de Maan sliep. Hij nam haar ogen uit haar hoofd en knoopte ze in een zakdoek. Daarna verstopte hij zich weer in zijn hoekje en ging ook slapen.
De volgende ochtend waren meneer Zon en mevrouw Maan in rep en roer. Hun dochter was niet aan het ontbijt verschenen. Ze gingen naar de slaapkamer van hun kind, om te zien, wat er gebeurd was. "Ik kan niet opstaan," riep het meisje, "ik zie niets meer." Meneer Zon en mevrouw Maan staken de koppen bij elkaar en beraadslaagden. Zoiets was hen nog nooit overkomen. De vorige dag hadden de ogen van hun dochter nog geschitterd als sterren aan een nachtelijke hemel.
Meneer Zon riep drie boodschappenjongens. "Ren naar Ngombo, de toverdokter. Vraag hem, hoe dit kon gebeuren en wat we moeten doen!"
Nog voordat het avond werd, waren ze terug en spraken: "Ngombo gelooft, dat het komt, doordat ze nog niet getrouwd is. Een man van de aarde, die met haar trouwen wil, heeft haar betoverd, en als ze niet naar hem toekomt, zal ze sterven." Meneer Zon schudde zijn hoofd, en beval zijn dochter zich voor de bruiloft aan te kleden. De volgende ochtend moesten de boodschappers haar naar de aarde brengen.
De volgende ochtend keerde ook de kikker weer naar de aarde terug in de waterkruik, en wachtte bij de bron. 's Avonds kwamen de bodes van Zon en Maan met hun dochter op aarde aan. Ze lieten het meisie bij de bron achter en stegen weer naar de hemel op.
De kikker stopte de ogen van het meisje weer terug in haar hoofd en leidde haar naar het huis van de zoon van Kim-ana-u-eze. Zo trouwde deze jongeman met de dochter van Zon en Maan, en ze leefden lang, gelukkig en in voorspoed.
* * *
Samenvatting
De dochter van Zon en Maan. De zoon van Kim-ana-u-eze wil met niemand anders trouwen dan met de dochter van meneer Zon en mevrouw Maan. Met behulp van een kikker vraagt de zoon om de hand van de dochter.
Trefwoorden
Basisinformatie
- Herkomst: Verenigde Staten
- Verhaalsoort: volkssprookje
- Leeftijd: vanaf 8 jaar
- Verteltijd: ca. 13 minuten
Thema
Bron
"Volkssprookjes en legenden van Zwart Amerika" samengesteld door Frederik Hetmann. Uitgeverij Elmar, z.j.
Populair
Verder lezen