vrijdag 29 maart 2024

Volksverhalen Almanak


De moszoekers in de bergen


Er was eens een boer, die op zijn hofstede leefde. Hij had twee kinderen: een zoon, Bjarni genaamd en een dochter, die Margrét heette. Hij hield erg veel van zijn kinderen, maar vooral van zijn dochter, want zij was niet alleen een mooi meisje, maar ook flink en haar vader zeer genegen. De kinderen waren begin twintig toen deze geschiedenis gebeurde, en hun vader was weduwnaar.
De boer liet elk jaar mos verzamelen en ook dit voorjaar moest het gedaan worden. Hij sprak er met zijn kinderen over, dat hij voor de komende winter weer mos nodig had, maar dat er zo weinig mensen op de boerderij waren, dat hij niemand kon sturen. Toen boden de kinderen zich aan. Hij gaf slechts node zijn toestemming, maar zei tenslotte, dat hij geloofde, dat het zo zijn moest; want wat eenmaal gebeuren moet, kan men maar beter niet uitstellen.
De avond voor hun vertrek gaf de vader hun twee lantarens, die zij 's nachts konden aansteken. Zodra zij de lichten ontstoken hadden, doofde het ene direct. Toen de boer dit zag, zei hij dat hij dit vermoed had, maar de reis niet kon beletten, hoe zwaar hem dit ook viel.
Broer en zuster liepen nu naar boven, naar de plaatsen waar mos was, en zetten hun tent op. De volgende dag kwam er mist, zodat zij slechts weinig verzamelen konden. 's Nachts werd Margrét ziek, en haar toestand werd erger en erger, zodat zij er bij het aanbreken van de dag stil bijlag en niet kon praten noch horen. Tegen de middag zag Bjarni twee mannen op hun tent af rijden. De ene droeg rode kleding en een gouden gordel, de andere een donkere mantel met een leren riem. Toen zij bij de tent aangekomen waren, stegen zij van hun paarden af. De man met de rode kleren zei: "Goeden dag, beste Bjarni." Bjarni was zo terneergeslagen dat hij de groet van de vreemdeling nauwelijks beantwoorden kon. De in het rood geklede man sprak nu met Bjarni over verschillende dingen. Hij haalde een tabaksdoos uit zijn zak, nam een pruim, gaf Bjarni de doos en vroeg of hij er ook een wilde hebben.
Bjarni bedankte beleefd en gaf hem terug, waarbij het hem opviel, dat hij erg mooi was. Toen zei de in het rood geklede man: "Je kunt nu gerust naar je zuster kijken, want zij is dood." Daarop reden de beide mannen heen, maar Bjarni ging de tent binnen, en daar lag inderdaad zijn zuster dood. Hij was hierover zeer bedroefd, liep naar de paarden en reed naar huis terug. En zijn vader en al de anderen op de boerderij waren vol droefheid en zorgen.
Er gingen vele jaren voorbij, zonder dat er iets bijzonders gebeurde. Maar op een dag ontbraken alle schapen van de boer. Bjarni zocht overal, zonder ze echter te vinden. Toen besloot hij verder te zoeken, voorzag zich van alles wat hij nodig had, en begaf zich naar de bergen. Hij liep een heel eind, tot er een zware nevel opkwam en hij verdwaalde en niet meer wist, waar hij was. Eindelijk zag hij een man, die een grote kudde schapen voor zich uit dreef.
Nu trok de mist op, en voor hem lag een groot en mooi dal. Er stonden veel boerderijen, maar één overtrof alle andere. Bjarni liep naar beneden het dal in en naderde de grote hofstede. Een klein meisje kwam naar buiten. Hij vroeg haar de eigenaar te vragen of hij zou kunnen overnachten, en het meisje kwam direct met het bericht terug, dat hij natuurlijk mocht blijven. Het kleine kind ging nu met hem het huis binnen, bracht hem naar een afgelegen kamer en ging toen weer weg. Het verbaasde hem, hoezeer het kleine meisje op zijn zuster Margrét leek. En dat wekte weer alle treurige gevoelens bij hem op, zodat hij zijn tranen nauwelijks kon bedwingen.
's Avonds kwam hetzelfde meisje weer terug, bracht hem iets te eten, zei, dat hij moest gaan slapen en nam zijn natte schoenen mee. Hij sliep die nacht zeer vast en was niet bang.
De volgende morgen bracht het meisje hem eten en andere dingen en zei hem, dat zijn eigen kleren nog nat waren. Bovendien kon hij deze dag niet verder trekken omdat het zondag was en haar vader een godsdienstoefening wilde houden. Nu kwam er een man in een rode mantel binnen. "Goede morgen, beste Bjarni," zei hij en vroeg hem of hij niet ook naar de kerk wilde. Bjarni had er niets op tegen. En zo gingen zij samen naar de kerk, waar veel mensen verzameld waren, en de kerkdienst goed verliep. Bij de aanvang van de dienst kwam een vrouw de kerk binnen, die één kind op de arm droeg en een ander bij de hand hield. Maar het kleine meisje, dat Bjarni ontvangen had, volgde haar. Het verwonderde hem, hoeveel deze vrouw op zijn zuster leek, ja, de gelijkenis was zo groot, dat hij dacht, dat zij het was.
De kerkdienst was afgelopen, en de dominee vergezelde Bjarni naar de boerderij. Toen vroeg hij hem, wat hem hierheen gevoerd had, en Bjarni zei, dat hij de schapen van zijn vader aan het zoeken was. Daarna vroeg de dominee Bjarni, of hij hem niet kende. Maar Bjarni was daar niet zeker van. Nu wilde de dominee weten, of Bjarni niet eens in de bergen geweest was om mos te verzamelen. "Dat is inderdaad zo," antwoordde hij, maar het deed hem pijn hieraan te denken.
De dominee haalde nu een doos uit zijn zak, toonde die hem en vroeg, of hij die kende. "Ja," zei Bjarni. Toen vertelde de dominee hem, dat hij dezelfde man was, die destijds in de bergen naar hem toegekomen was. "En het is mijn schuld," zei hij, "dat je nu hier bent. Ik liet het gebeuren, dat je onderweg in de mist verdwaalde. Toen je zuster met jou in de bergen was, maakte ik mij van haar meester, maar liet het jou voorkomen, alsof zij dood was. Maar nu zal ik je naar haar toebrengen, om de waarheid te bewijzen."
Nu kwam Bjarni's zuster met haar kinderen binnen. Zij begroette haar broer en zei dat zij hier een gelukkig leven leidde. De dominee was haar man en buitengewoon lief voor haar. Lange tijd kon Bjarni zijn ogen niet geloven. Maar alles bewees dat het zijn zuster was. Zij omhelsden elkaar en Bjarni huilde van vreugde.
"Hier heb je de schapen van je vader," zei de dominee, "ik heb gezorgd, dat zij hier kwamen. Het is mijn wens dat je nu met de schapen naar huis keert en je vader het nieuws brengt. En wanneer hij zijn dochter wil zien, kom dan met hem hierheen. Ik wil hem, nu hij oud is, de vreugde schenken zijn dochter terug te zien en te weten, hoe het met haar gaat."
Bjarni trok met zijn schapen naar huis en vertelde zijn vader alles. Maar die wilde het verhaal eerst niet geloven.
Verder wordt vermeld, dat de boer en zijn zoon met al hun have en goed naar het dal trokken, waar een blij weerzien plaats vond.
Later kreeg Bjarni de zuster van de dominee tot vrouw en kocht een boerderij in het dal. Men zegt, dat deze mensen in het dal tot op hoge leeftijd in liefde en geluk leefden.
*   *   *
Samenvatting
Een IJslands volksverhaal over een gestorven zusje. Een broer en een zus gaan de bergen in om mos te zoeken, maar het meisje wordt ziek. Wanneer ze bezoek krijgen van twee onbekende mannen, sterft het zusje en brengt de jongen het slechte nieuws aan zijn vader. Wanneer jaren later de jongen op zoek gaat naar verdwenen schapen, komt hij in een dal, waar zijn zus blijkt te wonen in liefde en geluk.
Trefwoorden
Basisinformatie
Populair
Verder lezen